Het initiatief was afkomstig van Wim Quint, hoofd jeugdprogramma's van de KRO, die voor de zaterdagmiddag een jeugdprogramma wilde dat hij omschreef als een "georganiseerde chaos waarin kinderen zichzelf konden zijn".
Hij besprak zijn ideeën met regisseur Bram van Erkel die voorstelde het programma te situeren rond een pleintje ergens in Nederland. Het idee was losjes gebaseerd op het Amerikaanse Sesame Street, maar kreeg een eigen invulling.
Waren tot dan toe kinderprogramma’s op de Nederlandse televisie vooral voor kinderen gemaakt - en zelden met kinderen - maar in Oebele hadden zij een grote inbreng. Kinderen speelden en zongen mee en mochten onderwerpen voor het programma bedenken. Ze kregen alle vrijheid, want in Oebele woonden wel volwassenen maar geen ouders. De uitzendingen werden gepresenteerd door Koen de Graaf (Willem Nijholt) en Aagje Ritsema (Wieteke van Dort) vanaf het Pretpleintje. Postbode Paulus (Ab Hofstee) bezorgde er de brieven van de kinderen die een onderwerp voor het programma hadden bedacht, en soms ook voor het programma werden uitgenodigd. Augustus Rozegeur (Herman Vinck) was zowel de regisseur als de burgemeester van Oebele. De kinderen van Oebele werden gespeeld door het Oorverdovend Overfraai Oebeler Omroepkoor onder leiding van Henk van der Velde, de balletbuitelaars onder leiding van Olga Dzialiner en de kinderen van het instituut voor doven uit St. Michielsgestel onder leiding van docenten beeldende expressie Jos Zeegers en Berry Roestenburg. Zij maakten ook vaak decorstukken, zoals het standbeeld van Oe de eerste dat op het pleintje stond en voor de aflevering die zich in het Wilde Westen afspeelde werd door hen een compleet stadje gebouwd.
Na het eerste seizoen was Oebele zo populair geworden, bij jong en oud, dat de uitzendingen niet langer als illegaal werden beschouwd. De KRO stond er graag zendtijd voor af. Op veler verzoek waren de liedjes die in de afleveringen gezongen werden op de LP 'Welkom in Oebele' uitgebracht, en er zouden nog drie LP's volgen. De eindtune "Oebele is hupsakee!" verscheen op single en zou zelfs de Top 40 halen.
Op 25 september 1969 werd een feestje georganiseerd nadat bekend was gemaakt dat de eerste twee lp's een Edison had gewonnen. KRO-directeur Harry van Doorn noemde in zijn speech Willem en Wieteke de "redders van de KRO" omdat zij, als de blikvangers van Oebele, ervoor gezorgd hadden dat er veel nieuwe leden waren bijgekomen.
In het tweede seizoen kreeg Oebele er ook nieuwe bewoners bij, zoals Geesje Zoet (Marjan Berk) die een winkel begon in snoepgoed en lekkers en zou toen Augustus op wereldreis ging zelfs locoburgemeester worden.
Paulus werd naast postbode ook de beheerder van het museum dat officieel het 'Oebeler Pakhuis voor Lorren en Rariteiten' heette. Topvoetballer Billy Biggelaar (Rob de Nijs) uit Appelscha werd voor ƒ47,50 en een buskaartje toegevoegd aan de selectie van FC Oebele. Bekende Nederlanders brachten graag een bezoek aan Oebele, waaronder Willeke Alberti, Lex Goudsmit, Kees Verkerk, Anton Geesink, Ton Lensink, Aart Staartjes, Donald Jones, Henk Molenberg, Martin Brozius en André van Duin, in zijn acteerdebuut.
De opzet van het programma veranderde langzaam, in plaats van diverse losse onderdelen kwamen er uitzendingen rondom een thema zoals vakantie, het circus en de dierentuin met een eigen verhaallijn.
Behalve op televisie kon alles wat er in Oebele gebeurde ook gevolgd worden in de Oebele Krant die vanaf 1970 maandelijks als speciale bijlage te vinden was in het omroepblad van de KRO. Er werd alvast bekend gemaakt waar de komende uitzending over zou gaan en de hoofdrolspelers beantwoordden vragen van briefschrijvers.
In 1970 verscheen tijdens de Kinderboekenweek Het groot oogverblindend Oebele omniboek nummer één - Hoera van Harrie Geelen, met bijdragen van Imme Dros en Bram van Erkel. Het bevatte verhalen, gedichten en foto’s met als speciale bijlage een poster van het graafschap Oebele.
Na drie jaar en 28 afleveringen besloot Willem Nijholt met de serie te stoppen. Hij merkte dat wanneer hij op het toneel stond het publiek 'Oebele' begon te fluisteren en wilde voorkomen dat men hem alleen nog zag als Koen de Graaf. Bovendien had hij het aanbod aangenomen om met Wim Sonneveld op tournee te gaan. Omdat ook de makers op het hoogtepunt wilde stoppen viel na drie seizoenen het doek voor Oebele. De KRO wilde liever doorgaan, daarom volgden er nog drie compilatieafleveringen en op 25 december 1971 een allerlaatste kerstaflevering.
Nog geen maand na de laatste uitzending was de opvolger van Oebele al te zien: Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?, opnieuw met teksten van Harrie Geelen en muziek van Joop Stokkermans. Deze legendarische jeugdserie zou vijf jaar te zien zijn. Rob de Nijs en Ab Hofstee hadden hoofdrollen, Wieteke van Dort en Willem Nijholt zouden gastrollen spelen.
Hoewel nooit herhaald - veel afleveringen waren inmiddels gewist - werd Oebele niet vergeten. Veel mensen herinneren zich de liedjes nog of de bekende kreet "Oebele is hupsakee!".
In het najaar van 2006 ging in de theaters een musicalversie van de serie van start, waarin Joris Lutz op zoek ging naar het Oebele-gevoel. Zijn vader Luc Lutz had 35 jaar eerder een gastrol gespeeld als directeur van de Diergaarde Oebelerheide.
De Oebelaars zijn elkaar ook niet vergeten, zo vinden er regelmatig reünies plaats in het Amsterdamse café De Twee Zwaantjes van Trees Ruzette die zelf jarenlang zong in het Oebeler Koor. Bijna 40 jaar na de laatste uitzending zijn in 2011 bijna alle bewaarde opnamen voor het eerst op dvd verschenen, samen met een cd met de 20 bekendste en mooiste liedjes. In 2014 werd tijdens de fandag die helemaal in teken stond van Oebele en Hamelen een cd-box gepresenteerd met 100 liedjes.
Terug naar Informatie